Hugo van Neck

Hugo van Neck werd geboren op 4 juli 1944 te Amsterdam. Hugo begon piano te spelen in 1951 nadat zijn vader een oude piano had gekregen. Na enkele uren speelde Hugo alles na dat hij ooit had ‘opgeslagen’. Een leraar herkende direct een wonderkind in hem. Hugo beschikte over natuurlijke virtuositeit en een buitengewoon improvisatietalent. Toch bleef hij tot 1966 vrijwel geheel autodidact en bestudeerde talloze muziekstijlen. Er werd hem met nadruk geadviseerd toelatingsexamen te doen aan het Amsterdams Conservatorium. Hugo werd naar aanleiding hiervan direct in het vierde studiejaar geplaatst voor het hoofdvak piano. Vervolgens bezocht hij het Amsterdams Muzieklyceum, waar hij de solistenopleiding volgde bij de pedagoog Karel Hilsum. Tevens volgde hij gedurende 2 jaar lessen bij de pianist en componist Hans Henkemans. Van 1970 tot 1977 was hij docent aan het Utrechts Conservatorium. Ook gaf hij in samenwerking met de Amerikaanse operaregisseuse Rhoda Levine improvisatielessen bij de Nederlandse Opera Stichting en master-classes improvisatie aan het Amsterdams Conservatorium.

In 1975 maakte hij zijn grote debuut in Frankrijk, waar hij tijdens het muziekfestival te Vence, groot succes oogstte als klassiek pianist, jazzpianist en improvisator. Met zijn virtuositeit als klassiek pianist en veelzijdigheid als improvisator verwierf hij veel aanzien bij collegae als Jean Pierre Rampal, Maria Jao Pires, Görgy Zamphir, Martha Argerich, George Pludermacher, Daniël Wayenberg e.a. In hetzelfde jaar maakte hij zijn debuut op de Nederlandse TV met een eigen werk voor piano en orkest, gevolgd door diverse optredens in de “Vuist’ van vriend en bewonderaar Willem Duys. Vele malen trad hij op voor de radio in binnen- en buitenland, als solist, maar ook als begeleider van onder meer Roberta Alexander, Elisabeth Cooymans en Christina Harvey. Ook werkt(e) hij samen met Daniel Wayenberg, Ramses Shaffy, Louis van Dijk, Pim Jacobs, Thijs van Leer, Bernard Drukker, Dorothy Donagan, Mitchell Zeidwig, Jan Vayne en in het bijzonder meesterpianist Igor Roma (eersteprijswinnaar van het Liszt-Concours in 1996).

Bernard Drukker zag in hem een uniek talent voor het spontaan begeleiden van ‘stomme’ films, een kunst waarvoor hij regelmatig gevraagd wordt. Hij componeert tevens muziek voor bedrijfsfilms, kunstzinnige projecten en documentaires, waarvan een aantal inmiddels op televisie werden uitgezonden. Daarnaast geeft hij workshops voor bedrijven, waarbij hij op briljante en zeer verrassende wijze zijn visie geeft op het begrip inspiratie en dit op zijn eigen wijze zowel verbaal als muzikaal ten gehore brengt. Ook in samenwerking met anderen (o.a. Midas Dekkers) gebruikt hij muziek op een bijzondere wijze als middel tot het scheppen en uitbeelden van inzichten.

Met zijn programma ‘Wensconcert’ maakte in de jaren ‘90 een aanzet tot een nieuw soort optreden, waarin ook verbale intermezzo’s en dichtkunst een plaats kregen. Hugo van Neck wordt beschouwd als een veelzijdig musicus met een verbluffende virtuositeit en een scherpzinnige, burleske en romantische geest. Godfried Bomans, waarmee hij in de jaren zestig bevriend raakte, herkende in hem een grote verwantschap met de legendarische pianist Vladimir Horowitz, op wiens vleugel hij in 1994 een CD produceerde. Begin 1996 werd zijn CD Sunny Exposure geïntroduceerd, gevolgd door “A Tribute To Horowitz”, gespeeld op de vleugel van de legendarische meester.

Freddy Heineken

In mei 1997 werd op verzoek van vriend en bewonderaar Freddy Heineken een als ‘collectors item’ bedoelde exclusieve CD opgenomen met composities van diens hand, bewerkt en gespeeld door Hugo, en van een hoestekst voorzien door Willem Duys.

If Freddy Heineken had not always been so busy brewing beer, he might have composed ten times more ballads than the seven on this rather exclusive CD. Freddy’s tunes, sometimes in close collaboration with conductor Dick Bakker, Vincent Falconce (For years Sinatra’s pianist) and Herbie Hancock, one of the world’s top musicians, have been performed by quite a number of singers and instrumentalists. Virtuosity as on this exciting disc.Insiders have known for many years that Hugo van Neck has no peers when it comes to the art of improvising. Not only in Holland but all over the world. His flawless technique makes one think of Horowitz (on whose personal Steinway van Neck was allowed to record another album); his knowledge of the great masters enables him to play like Bach during the intro of ”Lost on the wind“ or Rachmaninov in ”Lets get away from here“, not to mention every other conceivable music maker. A Rumanian cimbalist for example, as in ”Force Mineur“ But why so much praise when the listener’s own ears will tell that here a true genius is at work. With lovely musical themes that come closer to champagne than beer, if Freddy does not mind me saying so. Even his friend Sinatra will agree!
Willem Duys Avro Radio & TV, May 1997

Han Reiziger

Han Reiziger nodigde hem diverse malen uit in het tv programma “Reiziger in Muziek” en organiseerde persoonlijk een recital op twee vleugels door Hugo van Neck samen met Louis van Dijk in de Singer Concertzaal te Laren. Sinds 2006 werkt Hugo ook samen met de Tsjechische violist Bohuslav Zola met wie hij o.a. de Russische zwijgende film “Kreutzersonate” van Gustave Machaty uit 1926 begeleid. (Amsterdam, Concertgebouw 28 september 2006/ Utrecht, Vredenburg 19 januari 2007).

Hugo wilde aanvankelijk medicijnen studeren en als psychiater zijn analytisch inzicht vormgeven, doch na 10 jaar psychoanalyse bij zijn vriend en mentor Hans Henkemans (psychiater/pianist/componist) besloot hij mede op diens aanraden om juist in zijn pianospel en virtuositeit die zeggingskracht te leggen die hij voor ogen had. Zijn dichtkunst en ingeboren humor, verraadt evenwel zijn liefde en groot sociaal gevoel voor de medemens dat zich immer vertaalt in het denken en voelen in een groot en vooral breed spectrum. Hij tracht het wellicht “onzegbare” tóch te zeggen. Hij maakt daardoor muziek op een wijze die terecht uniek genoemd mag worden.
Hugo laat zich door zijn onbegrensde veelzijdigheid niet of nauwelijks typeren als pianist. Zijn virtuositeit en tot in perfectie beheersen van vele muziekstijlen en genres maken het onmogelijk hem in een kader te plaatsen. Fabelachtige techniek gecombineerd met een ongekend improvisatietalent maken hem tot een ster van wereldformaat.